top of page
Linda Brakenhoff

De symboliek van het spinnen (gastblog)


Spinnen is een eeuwenoud ambacht dat we al uitvoeren sinds de prehistorie. In samenwerking met Mirjam van het Vrouwenrad ben ik in de gelegenheid om tijdens workshops mensen te laten proeven van het spinnen en het rituele of magische aspect daarvan. In deze blog nemen we de geschiedenis en symboliek van het spinnen onder de loep, en vertel ik wat meer over hoe ik dit onderwerp betekenis geef.

De oudste overgeleverde textiele stoffen dateren uit de tijd van ongeveer 5000 voor Christus, maar we kenden de kunst van het garen spinnen al veel eerder. Een mooi bewijs daarvan is de Venus van Lespugue, gesneden uit het ivoor van de slagtand van een mammoet. Deze Venusfiguur is gevonden in de Pyreneeën en ze wordt gedateerd rond 26000 en 24000 jaar geleden. Ze draagt enkel een rok onder haar heupen van gesponnen vezels. Gezien het klimaat waarin vrouwen leefden in deze tijd, is het niet waarschijnlijk dat dit soort kledingstukken gangbaar waren. Toch is er opvallend veel detail aangebracht in de rok, terwijl het haar met slechts enkele verticale lijnen is weergegeven. Blijkbaar is het toch een detail van enige significantie.

De vroegste vervaardigde spinsels zijn gewoon met de hand gemaakt, door de vezels tussen je vingers of over je dij te rollen. Maar als je langere stukken wil spinnen, dan heb je meer handen nodig dan je bezit: één om de pluk vezels vast te houden, één om steeds een beetje vezels uit de pluk te trekken, één om de vezels te rollen en één om het eind vast te houden, want als je je pas gesponnen draadje loslaat, zal hij alle twist loslaten. Op enig moment werden er stokjes met een natuurlijke haak er aan gebruikt. Als de vezels om de haak zaten, kon je het stokje over je been rollen en zo garen spinnen. Daardoor waren er in plaats van vier handen, maar drie nodig. Een prehistorisch genie heeft ergens ontdekt dat je met een gewicht wat meer centrifugale kracht hebt, waardoor de stok in de lucht kan draaien en je geen hand meer nodig had om de hele tijd te draaien. Het stokje zelf bood meer ruimte om garen omheen te wikkelen. Nu konden er dus langere einden worden gesponnen.

Spinstenen werden gemaakt van steen, hout, klei, en later metaal en zelfs glas. De gewichten hadden tot doel om het stokje te stabiliseren in de ronddraaiende beweging. Als het stokje nou maar gewoon recht genoeg was en precies door het midden van het gewicht stak, kon er moeiteloos worden gesponnen. Een gebalanceerde spintol was een waardevol bezit. Spingewichten zijn teruggevonden in opgravingen van beschavingen die bestonden aan het eind van de Steentijd, zo’n 8,000 jaar geleden, over heel Europa. Niet geheel toevallig werd agricultuur en het domesticeren van dieren, waaronder schapen, een belangrijk kenmerk van deze beschavingen.

Hoe komt het nou dat juist het spinnen, naaien, weven en andere manieren van textiel vervaardigen zo duidelijk aan vrouwen waren voorbehouden? Als moderne vrouw was ik bang dat dit simpelweg het resultaat was van eeuwen en eeuwen conditionering, totdat we ons niet eens meer kunnen indenken dat het misschien ook door mannen werd uitgevoerd. Het antwoord ligt in de biologie van de mens. Wie moet er ten allen tijde beschikbaar zijn om een kind te voeden? Dat is de vrouw. Dat is geen misogynie, maar simpele biologie, omdat vrouwen zijn uitgerust met de middelen om een kind te kunnen voeden. Jagen met een nog zogend kind is niet echt een optie. Dat is waarom textiele vervaardiging doorgaans was voorbehouden aan vrouwen. Dat wil echter niet zeggen dat het onbelangrijk was. Gekleed zijn was ook van levensbelang. Maar ook was zonder het spinnen veel innovatie niet mogelijk geweest. Denk maar aan netten om te vissen, of zeilen voor op een schip: zonder gesponnen draad was dit allemaal niet mogelijk.

Er wordt ook wel gedacht dat het beeldje van Lespugue is vervaardigd door vrouwen. Er is zoveel detail aangebracht in de gesponnen vezels. Je ziet de draairichting en het ontrafelen van de vezels aan het eind van de draden. De maker móet kennis hebben gehad van spinnen. Heb je wel eens geprobeerd om een fout in breiwerk te herstellen? Als je het niet regelmatig doet, zie je niet goed hoe de verschillende draden zich tot elkaar verhouden. Dat is gewoon ervaring, kennis. Als we er daarom vanuit gaan dat de maker van het beeldje veel kennis had over gesponnen vezels, kunnen we er van uit gaan dat het een vrouw was. Het spinnen van vezels, hoewel waarschijnlijk nog niet van wol afkomstig, is dus al een eeuwenoude vrouwenbezigheid.

Met de komst van de Industriële Revolutie is de kunst van het spinnen overgenomen door machines. Zo verdwijnen er langzaam meer belangrijke ambachten, terwijl dit soort bezigheden je juist kunnen verbinden met het land, je bewust kunnen maken van duurzaamheid, milieuvriendelijkheid, diervriendelijkheid, en je omgeving. Het zijn vaardigheden die je voor het leven hebt. Post-apocalyptic lifeskills noem ik ze graag. En, omdat zonder enige twijfel je voormoeders gesponnen hebben, verbind je je door dit soort ambachten weer op te pakken met je vrouwenlijn. Voor mij is dat vrij letterlijk het geval, omdat mijn moeder en oma breien, diezelfde oma ook al zelf wol verfde, mijn overgrootmoeder coupeuse was, en ik weet zelf dat in mijn moederlijn een voormoeder in de achttiende eeuw zich bezig hield met verschillende vormen van vezelverwerking.

Ik ervaar spinnen dan ook als een herontdekking. Ik ben er zelf vijf jaar geleden mee begonnen, toevallig tijdens het traditionele ‘vrouwenweekend’ dat ik elk jaar met mijn moeder en mijn zus hou. Het sloeg aan, en ik ben later ook gaan breien, wol verven en verkopen onder de naam Spingodin. De naam van mijn wolbedrijf is niet voor niet gekozen. Spinnen en weven is het onderwerp van menig mythe en sprookje, en de Venus van Lespugue suggereert ook een sacraal karakter van gesponnen vezels. Vezelverwerking is iets heiligs, een vrouwenbezigheid. Het is hypnotiserend, rustgevend, en toen ik Mirjam leerde kennen en haar vaker sprak over sjamanisme en magisch werk, besefte ik me dat spinnen voor mij ook een ritueel karakter had. In mijn familie wordt altijd al gezegd dat je nooit mag vloeken bij je handwerk, want het gaat er in zitten. Je mag nooit een zelfgemaakt cadeau aan iemand geven, als je het proces vervelend hebt gevonden. Het gaat er namelijk in zitten. Het karakter van spinnen en weven is dat alles met alles verbonden is, en alles raakt er in verstrikt. Je moet dus uitkijken dat je niet de verkeerde dingen er in laat verstrikken.

Dit concept zijn Mirjam en ik samen verder gaan uitwerken. We gebruiken de mythes en legendes waar spinnen in voorkomt als kapstok om vrouwen de kunst van het ritueel spinnen te laten ervaren. Er zijn veel sprookjes waar spinnen een belangrijke rol in speelt. Repelsteeltje, Vrouw Holle, De Drie Spinsters, en ook Doornroosje. In alle verhalen speelt het spinnen een soort overgangsrol. Wie spint, gaat een transformatie door, of maakt een connectie met het bovennatuurlijke of het ongeziene. Doornroosje viel mijns inziens niet voor niets aan slaap, ze viel de onderwereld in.

Overigens is het zo dat Doornroosje zich in de eerste verhalen niet prikte aan een spinnewiel, maar aan een vlasnaald. Vlas is een rietachtige plant waar linnen van wordt gesponnen. De plant heeft een harde buitenkant die kapot moet worden gemaakt om de vezels te kunnen gebruiken, maar daar kunnen soms nog wel eens splinters van overblijven: vlasnaalden. In latere verhalen was er sprake van een spintol, en nog later pas weer een spinnewiel. In de Disney film zie je zelfs dat ze zich prikt aan de spinrokken, waar de vezels op werden gebonden. Daar zat niks scherps aan hoor. De spinrokken was simpelweg een houder om een grote hoeveelheid vezels op te binden zodat je het makkelijker mee kon nemen. In het Engels heet dit een "Distaff". Het woord ‘dis’ betekent een hoeveelheid vlas in het Nederduits. Vlas heeft hele lange vezels en daarom was het ook nog eens veel praktischer om deze over een stok heen te draperen, zodat je vezels niet in de war raakten. Disney heeft het dus mis. Het ging niet om de spinrokken waar ze zich aan prikte, maar om de spoel, waar het garen om gewikkeld werd. Op oude spinnewielen zat daar nog wel eens een scherpe punt aan, die zo uitgesleten was door de grote hoeveelheid vezels die er over de tijd heen langs gleed.

Tijdens de workshop staan we stil bij Doornroosje, het ontstaan van het sprookje en hoe het verhaal vroeger toch echt anders verliep. Wie zich er in verdiept, komt in Doornroosje ontzettend veel symboliek tegen. Alle verhalen van Doornroosje bevatten namelijk natuur-mythologische elementen. Je kan zoeken naar de seizoenswisselingen in het verhaal. De geboorte van het meisje en de voorspelling van haar slaap kan je zien als de herfst. Als ze in slaap valt treed de winter in. Ze keert naar binnen. Dan ontstaat er nieuw leven en ze waakt in de lente. Het verhaal heeft een happy end en eindigt dus met de zomer. In sommige varianten is er sprake van dertien feeën, die kunnen duiden op de maankalender. In een aantal verhalen baart Doornroosje kinderen (al dan niet in slaap…!). Als het er twee zijn, krijgen die ook vaak namen mee die duiden op dualiteit, zoals Jour en Aurore (dag en dageraad) of Sole en Luna (zon en maan) en doen ons bijvoorbeeld ook denken aan de twee dames aan weerszijden van het meisje op de Matronen-altaren, met hun grote hoeden die soms als de zon en de maan worden geïnterpreteerd.

Het spinnen en weven is een krachtige tool om de ongeziene wereld aan te kunnen raken en in te duiken. Je kan er intentie mee sturen en vangen, dingen aan je binden die je bij je wil houden. Je kan er zaken mee loslaten of juist je creatiekracht benutten om in je leven te spinnen wat je gebruiken kan. In de nabije toekomst gaan Mirjam en ik dit concept verder ontwikkelen, waarin onze kennis verweven zal raken....... Blijf verbonden met deze website en blog voor meer ontwikkelingen!

Recente blogposts

Alles weergeven
Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page